Mingalabah!

25 oktober 2017 - Yangon, Myanmar

In Sri Lanka moesten we een behoorlijk strenge onderhandelingspositie aannemen wanneer we een tuktuk/taxi wilde en ook in andere landen moest je je mannetje wel staan wilde je niet flink afgezet worden. Dus met gestrekte rug en onze schouders naar achteren liepen we de aankomsthal binnen in Yangon, Myanmar. We moeten een taxi naar het centrum hebben en je weet dat de eerste prijs die ze je bieden altijd véél te véél is. Een chauffeur spreekt ons aan en zodra hij zijn prijs geeft, antwoordden wij met twee vrij nors: NO! TOO MUCH! 8000 Kyatt!

De man reageert verrassend heel kalm.... Dit zijn wij niet gewend, het eerst wat hij doet is zijn excuses aanbieden dat onze prijs niet haalbaar is en waarom en voor hoeveel het wel kan. Wij ontdooien, oke, die harde onderhandeling is niet nodig hier, we zijn in een ander land en zo werkt dat hier. We stappen in de auto bij de desbetreffende man zijn vader(zon 70jaar) die zeer beperkt Engels sprak maar veel woorden hadden we ook niet nodig. Hij vroeg waar we vandaan kwamen en zei toen: “Welcome in Myanmar! And thank you very very much for visiting my country! 

De beste man zijn gezicht heb ik nog steeds op mijn netvlies, een glimlach van oor tot oor met een gelimiteerd aantal tanden in zijn mond, zijn ogen die een en al warmte en vriendelijkheid uitstraalde, diepe rimpels in zijn gezicht die elk een eigen verhaal vertelde. Welcome in Myanmar, ik voel me welkom in Myanmar!Het voelt als een warm bad ook al ben ik er pas een uur.

We checken in en nadat we ons opgefrist hebben, wandelen we de stad in. We lopen over straat en worden niet nageroepen, we worden wel opgemerkt, mensen op straat kijken even naar ons om want ja, we zijn toch de vreemde eend in de bijt hier en sommigen groeten ons vriendelijk hallo. Nadat we een stukje verder lopen word ik wél nageroepen maar deze keer door vrouwen... mijn blanke huid en blonde haren vallen hier duidelijk in de smaak: you are beautifull!! Ik voel me welkom in Myanmar? Haha. Ik hou van Myanmar, nu al! 

De eerst volgende stop na Yangon is Kalaw waar we Myanmar sportief beginnen. Vanuit Kalaw startten we een tweedaagse trekking naar het Inle Lake. De eerste dag lopen we door rijstvelden, heuvels op en af en komen we door kleine dorpen. En op deze eerste dag leerde in mijn eerste woord  Birmees. Mingalabah! Werkelijk elke persoon die we passeerden riep gemeend en vrolijk met een heerlijke glimlach op hun gezicht: “Mingalabah!” Oftewel, hallo. 

Vaak werd er al geroepen voordat we überhaupt iemand zagen, het kwam dan vanuit een raam op de eerste verdieping of volwassenen/kinderen die nog tussen het riet uit moesten komen maar ons al wel gespot hadden.

Ik riep met nét zoveel enthousiasme “Mingalabah” terug, zwaaide terug naar alle kinders en ik kon niets anders dan de hele dag met een glimlach rondlopen, van oor tot oor.

We eindigden onze eerste dag in een klooster waar we de nacht doorbrachten. Het hoofd was een monnik van 28jaar die de leiding had over 27 kindermonniken(kids die in training zijn tot)die daar allemaal wonen. Sommigen zijn wees, anderen zijn daar omdat hun ouders ervoor betalen hen daar in de leer te laten zijn. Bij aankomst helpen we ze een grote paal te plaatsen voor het aankomend bhoedistisch festival en verder doen zij hun ding en mogen wij, zolang we niets verstoren, rustig rondkijken.

Vroeg in de ochtend word ik gewerkt door het geluid van 27 kindermonnniken die synchroon hun ochtend ‘gebed’ doen in dezelfde ruimte waar wij slapen en vervolgens gezamenlijk ontbijten. Ik ben totaal geen ochtendmens, zeker niet om 6u maar dit is toch wel heel bijzonder wakker worden. Na onze douche (lees: met een emmertje koud water over je hoofd gooien) en ontbijt vervolgen we onze weg richting het Inle Lake.

Tijdens ons verblijf aan het Inle Lake vielen we met onze neus in de boter. Het is namelijk het Phaung Daw Oo Pagoda Festival.

Ik wist totaal niet wat te verwachten omdat ik pas tijdens onze trekking erachter kwam dat er een festival was. Maar natuurlijk wil ik daarheen! Samen met de groep van onze trekking stapten we op de fiets richting het festival en onderweg zochten we naar iemand met een boot. Na 2,5u fietsen kwamen we in een vissersdorpje waar we na wat onderhandelen een visser zover hadden gekregen ons naar het festival te brengen. We stapten op de boot en varen een tijdje door drijvende dorpen(dorpen die gebouwd zijn boven het water) en plots hoor ik muziek vanuit de verte komen. Hoe dichterbij we komen, hoe luider de muziek, de varen de hoek om en WAUW! Een grote gouden pagoda die door honderden boten met peddelende mensen vooruit wordt getrokken. Allemaal met hun eigen muziek, dansend en zwaaiend. De klanken van de muziek drongen diep door en zonder ik er erg in had rolden de tranen over mijn wangen. Het was zo indrukwekkend dat ik er gewoon emotioneel van werd. 

Wat bleek is dat dit festival in het “lichtfestival”valt en toen we doorreisde naar Hsipaw konden we het volgende feestje meepikken aangezien de laatste dag van het festival. Een heuse parade vond er plaats in het kleine dorpje en de Birmezen vonden het maar al te prachtig dat wij daaraan deelnamen. Iedereen was prachtig gekleed, de pubers/jeugd in westerse kleding want dat vinden zij natuurlijk mooier dan hun eigen klederdracht. De parade en dus feest ging door tot in de late uurtjes toen wij allang ons bedje opgezocht hadden. 

Sinds Carly en ik samen reizen hebben we (gelukkig) geen hostel meer van binnen gezien. Het voordeel van samen reizen is dat je de kosten kunt splitten en dus gemakkelijk een privekamer samen kunt nemen ipv in een dorm te verblijven. Je boekt een kamer in een hotel maar verwacht bij het woord hotel niet altijd luxe. Het eerste wat gecheckt wordt bij aankomst is de badkamer. Is er warm water? Dan wordt er direct een vreugdedans gedaan, nooit geweten dat we zo blij konden worden van een warme douche. Als daarbij de druk ook nog een sterk genoeg is om je shampoo goed uit te kunnen spoelen wordt het nóg beter. Maar hebben we er een westers toilet bij..... dan is het echt feest!

Ik heb dan wel in geen tijden meer gesport maar hier in Myanmar geen tekort aan diepe squats. We moeten eraan wennen dat we 8 van de 10 keer geen westers toilet hebben...maar (zoals ik het hier zeg) een Squattie pottie. Oftewel, een gat in de vloer/grond. Genieten!

Van de huidige situatie in het Rohinyagebied in Myanmar merk je in de andere staten niets van. Het leger heeft hier minder macht waar de meerderheid van de bevolking enorm blij mee is! Posters en vlaggen van de NLD partij ( Aung San Suu Kyi)  zie je overal en de mensen werken hard om hun land op te bouwen. Er is nog veel werk aan de winkel, hier is men van bewust, via televisie en kranten is er nog steeds veel propaganda. Voor ons was het af en toe erg dubbel. Hoe kan het toch, dat wij hier zoveel plezier kunnen hebben in dit prachtige land terwijl er in een andere staat mensen hun eigen land moeten ontvluchten om hun leven zeker te zijn. Het enige wat we kunnen hopen is dat ook in die staat het leger hun macht verliest zodat men ook daar kan starten met de opbouw van hun prachtige land.

Ik heb Myanmar in ieder geval in mijn hart gesloten!

Next: Laos & Cambodja

Foto’s

2 Reacties

  1. Sil:
    3 december 2017
    Wat laat je ons mee genieten! Prachtig geschreven Elk!!
  2. José de Graaf:
    3 december 2017
    Wat een mooi reisverslag heb je weer gemaakt Elkie. Fijn dat wij weer mee hebben mogen genieten van je avonturen en foto’s.
    Veel plezier in Laos en Cambodja 👍